Niels leeft samen met zijn ouders in het zuiden van Zweden. Hij is een ondeugend jongetje en plaagt graag de dieren op de boerderij. De dieren moeten niets van hem hebben en zijn blij als hij op een dag voor straf door een kabouter betoverd wordt. Niels wordt zo klein als een dwerg en langzaam dringt het tot hem door dat hij geen mens meer is. Wel kan hij nu met de dieren praten.
Als Niels wordt aangevallen door Smirre de vos grijpt hij zich vast aan de vleugel van Maarten, een gans die op de boerderij woont. Maarten rukt zich los om samen met een groep wilde ganzen naar Lapland te vliegen.
Vanaf de rug van Maarten bekijkt Niels het landschap onder zich en is nietsvermoedend op weg naar wonderbare avonturen.
Dit verhaal was oorspronkelijk bedoeld om kinderen meer te leren over de aardrijkskunde van Zweden. Selma Lägerlof is meerdere malen onderscheiden. Ze was in 1909 de eerste vrouw die de Nobelprijs voor literatuur won.
