In deze studie wordt een interne rechtsvergelijking gemaakt tussen het privaatrecht en het bestuursrecht vanuit het belanghebbendebegrip in het bestuursrecht en het relativiteitsvereiste in het privaatrecht. Het EUrecht wordt daarbij waar van belang betrokken. De keuze voor deze vergelijking berust mede op het feit dat van overheidswege, waar dit verantwoord is, wordt gestreefd naar harmonisatie tussen het bestuursprocesrecht en het burgerlijk procesrecht. Dit is ook Europees en internationaal van belang, omdat daar veel minder dan nationaal onderscheid tussen het bestuursrecht en het privaatrecht wordt gemaakt.
Het boek bevat suggesties voor synchronisatie tussen beide rechtssystemen onder andere op het gebied van acties ter behartiging van algemene en collectieve belangen, inzake afgeleide belangen en voor het weren van ‘oneigenlijk gebruik’ van procedurele bevoegdheden. Ook biedt deze studie inzicht in de wijze waarop het relativiteitsvereiste in het privaatrecht functioneert en in de problemen die zich daarbij voordoen. Dit inzicht kan helpen bij de toepassing van het relativiteitsvereiste uit de Crisisen herstelwet. Daarnaast kan het richting geven aan keuzes die in het kader van het voorstel van Wet aanpassing bestuursprocesrecht nog moeten worden gemaakt.