In dit onderzoek worden voor het eerst de levenslopen van alle bewoners met elkaar verbonden. Binnen één bouwblok in de binnenstad van ’s-Hertogenbosch, bestaande uit hoofdstraat en 4 achterstraatjes, zijn 5 ‘deelbuurten’ gedefinieerd. Per deelbuurt vertegenwoordigen de hoofden van e huishoudens een vergelijkbaar niveau van sociaal succes. In de hoofdstraat leefden de gezinnen in het achterhuis waar zij een eigen privaat en schoon drinkwater hadden. De ruimte in de krotwoningen in de smalle achterstraatjes was zo beperkt, dat kinderen vooral buitenshuis speelden, waar zij levensbedreigende besmettingen snel met elkaar konden delen. Er waren nauwelijks privaten en drinkwater werd veelal rechtstreeks uit de Binnendieze geschept. In de armste deelbuurt bereikte door infectieziekten en ondervoeding gemiddeld hooguit 50% van de kinderen een leeftijd van 10 jaar. In de hoofdstraat was dat 75%. Sociaal succes, of sociale afkomst, speelde een beslissende rol. Deze onderzoeksmethode biedt, vanwege haar concrete aanwijzingen, een waardevolle aanvulling voor de historische demografie.