Zo’n zestig jaar geleden ontwikkelde de gymleraar C.C.F. (Carl)
Gordijn, tegen de heersende opvattingen in, een geheel eigen visie op
de lichamelijke opvoeding. In de gymlessen stond bij hem centraal dat
de leerlingen er bewegen en door de gymleraar tot bewegen worden
aangezet. Hij noemde het vak daarom ‘bewegingsonderwijs’.
Bewegingsonderwijs moest volgens Gordijn bijdragen aan de
persoonlijke ontwikkeling en identiteitsvorming van kinderen, waarmee
hij bedoelde dat kinderen door te bewegen leren wie ze zijn en wat ze
kunnen. Dat was in die tijd een unieke en baanbrekende invulling van
het vak.
Vanuit deze visie richtte hij in de jaren vijftig een eigen vakopleiding
op in Rotterdam: de Christelijke Academie voor Lichamelijke
Opvoeding (CALO), nu onderdeel van de Hogeschool Windesheim in
Zwolle. Later was Gordijn ook de grondlegger van de studierichting
bewegingswetenschappen aan de Vrije Universiteit Amsterdam.
Dit boek onder redactie van Adri Vermeer (emeritus hoogleraar
orthopedagogiek) wil laten zien dat Gordijns gedachtegoed nog steeds
actueel is. De auteurs – merendeels docenten aan de opleidingen die
Gordijn heeft opgericht – laten in dit boek zien dat Gordijns ideeën
over bewegingsonderwijs stevig verankerd zijn in modern
wetenschappelijk onderzoek en actuele praktijktheorieën en
leermethoden. Bijzondere aandacht wordt besteed aan
bewegingsonderwijs en bewegingszorg, waaronder remediërend en
speciaal bewegingsonderwijs, voor kinderen met
ontwikkelingsachterstanden en kinderen met lichamelijke en/of
verstandelijke beperkingen.
Actuele grondslagen van het bewegingsonderwijs richt zich op
vakleerkrachten en studenten bewegingsonderwijs. Daarnaast geeft het
boek inzicht in de wetenschappelijke achtergronden van het
bewegingsonderwijs, waardoor dit boek van waarde is voor
bewegingswetenschappers en voor hen die voor dit beroep studeren.